Met de “zig” op karper vissen

Vissen op karper wordt 9 van de 10 keer op de bodem gedaan. Sporadisch wordt gevist met honden- en/of kattenbrokken of broodkorst. Echter blijkt de karper ook midden in de waterkolom eten te vinden en gedurende de dag hier meestal te vinden. Waarom wordt er dan niet gevist in deze zone? Is het dan niet zo dat juist de langzaam afzinkende korst het eerste wordt opgenomen? 

De hengelsport heeft hierin niet stilgezeten. Uit ontwikkeling van verschillende onderlijnen is uiteindelijk de zig-rig ontstaan. Deze rig kan je op een vaste dieptevissen of eventueel verstelbaar. Bij een verstelbare zig kan je zonder opnieuw inwerpen de diepte waarop je vist aanpassen. Het haakaas wordt aangeboden op een manier vergelijkbaar als met loodmontages. Echter wordt gebruik gemaakt van hele lange onderlijnen. Bij grote diepte kan gebruik worden gemaakt van een float-controler om het haakaas hoger in de waterkolom aan te bieden, zonder dat de afzinkt door het gewicht van haak en lange vislijn. Dit is iets wat mogelijk niet elke visser direct in zijn tacklebox heeft zitten. Eventueel kan een markerfloat als alternatief bieden. Dan wel verstandig om bij voldoende diepte afstand te creëren tussen de markerfloat en haakaas. Dit om de vis niet te doen afschrikken. 

Ook vraagt dit natuurlijk voldoende drijvend aas. Ook is het verstandig om na te denken over de te gebruiken vislijn. Fluorcarbon is hier bijvoorbeeld uitermate geschikt voor. Deze lijn valt bijna weg in het water, en zal hierdoor de minste argwaan wekken bij de karper. 

Na het inwerpen wordt de lijn naar het lood goed afgezonken, waarna deze op een hengelsteun met pieper wordt geplaatst. Hierbij is het verstandig om de hengeltoppen wat hoger te plaatsen. Hierdoor is het beter zichtbaar of een aanbeet volgt. Volle fluiters zijn vaak niet te verwachten.